Gepubliceerd: 16 februari 2020
Woensdag 19 februari gaat de Zon ruim voor zonsopgang het beweeglijke waterteken Vissen binnen. Vissen is het laatste teken van de dierenriem en heeft te maken met loslaten en opruimen. Zondag 23 februari is het ’s middags de Nieuwe Maan van de Vissen, als de Zon en de Maan bij elkaar staan in dat teken. Dat is het ook het begin van carnaval. Dit feest begint na de zondagse mis en eindigt op Aswoensdag, de 26ste februari. De as wordt gemaakt van palmtakken van het jaar daarvoor en wordt door de priester als een kruisje op het voorhoofd aangebracht. Traditioneel is dit het begin van de vastentijd, die 40 dagen duurt tot Paaszaterdag naar analogie van de tijd die Jezus in de woestijn doorbracht. Door te vasten maken we ons lichaam vrij van gifstoffen, zodat we daarna met frisse moed de lente kunnen binnengaan.
De spirituele sfeer van deze vastentijd is die van innerlijke bezinning. Daarom is het ook een goede tijd om je in een spiritueel centrum terug te trekken of je thuis van tijd tot tijd even helemaal los te maken uit je dagelijkse beslommeringen. Jenny Dent schrijft: ‘Gebruik deze tijd om je in het bijzonder te concentreren op de kwaliteit van vrede en de zich ontvouwende wijsheid van het ‘denken met het hart’. Wanneer je uiterlijke denken stil is en in vrede, dan kan je ziel meesterschap bereiken. Hoe snel zal je denken niet stil worden, als je je ademhaling tot rust brengt en je je gedachten richt op de stralende zespuntige Ster, die het symbool is van het volmaakte evenwicht tussen het aardse en hemelse bewustzijn’.
Het beweeglijke waterteken Vissen is zachtaardig, gevoelig en meelevend. Mensen die geboren zijn onder dit teken zijn vaak zo ontvankelijk voor de gevoelens en stemmingen van mensen om hen heen dat ze moeite hebben die te onderscheiden van hun eigen gevoelens. Daardoor kunnen ze wel eens dromerig overkomen. Door deze gevoeligheid hebben Vissen een fijnzinnige smaak en zullen ze van mooie muziek, poëzie en schilderkunst houden. Vissen willen zich graag voor het grotere geheel inzetten en je vindt ze veel in ziekenhuizen, therapeutische instellingen en ontwikkelingswerk. Ze kunnen toneelspelers zijn, die zich heel goed in een rol kunnen inleven, of kunstenaars, die prachtig een sfeer kunnen weergeven.
Wim Weehuizen, februari 2020