Gepubliceerd: 6 juni 2018
In deze laatste periode van de lente kunnen we opmerken dat bomen en heesters nieuwe loten gaan vormen. Overal om ons heen zien we in die nieuwe vertakkingen het Tweelingenprincipe, dat aan de natuur de aanblik van uitbreiding en groei geeft. Dit is een dynamische tijd waarin de natuur haar grootste scheppingskracht laat zien en de aarde zich helemaal met de kosmos gaat verbinden. Dat gaan we steeds meer merken als we op 13 juni bij de Nieuwe Maan van Tweelingen gekomen zijn en de Zon en de Maan rond zonsondergang precies bij elkaar staan in dat teken. We komen dan meer en meer in die kosmische verbinding met de natuur, die in deze tijd zo speciaal aanvoelt.
De natuurwezens zijn op een subtiele wijze betrokken bij al die groei in de natuur en als je je daar voor openstelt, kun je de betoverende uitstraling van de natuur in deze tijd heel mooi aanvoelen. Het is goed te weten dat de natuurwezens verbonden zijn met de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. De aardewezens, de kabouters, werken in het wortelstelsel van een boom of plant. De waterwezens, de nimfen, bevorderen de groei van twijg, stengel en blad, terwijl de luchtwezens, de elfen, zich op de bloesems en bloemen richten. En het zijn de vuurwezens, ook wel salamanders genoemd, die in de vruchten de zaadvorming begeleiden.
White Eagle beschrijft dit als volgt: ‘Er zijn de vier elementen – aarde, lucht, vuur en water – en binnen deze vier is er een ether die fijner is dan lucht. De lucht die je inademt kun je opmerken, maar er is ook een lucht die van een veel fijnere, etherische substantie is. Hetzelfde geldt voor water, vuur en aarde. Voorbij de fysieke substantie op aarde is er een fijnere substantie en daaruit worden de natuurwezens geschapen. Zij horen bij de etherische wereld, waarbinnen ze functioneren. Deze fijnere ether kan niet waargenomen worden door onze vijf zintuigen, maar kan opgemerkt worden door het zesde zintuig, dat de intuïtie ofwel het psychische zintuig wordt genoemd.’
Wim Weehuizen, mei 2018