Gepubliceerd: 15 december 2015
De winterzonnewende valt dit jaar in de vroege ochtend van dinsdag 22 december, als de nacht ten einde loopt. De Zon gaat dan het aardeteken Steenbok binnen en staat tussen 21 en 24 december pal boven de Steenbokskeerkring. Drie dagen lang lijkt de Zon daarboven stil te staan, voordat hij zich omwendt voor zijn terugtocht naar het noorden en de dagen weer gaan lengen. Op 25 december Eerste Kerstdag is het dan rond 12 uur ’s middags Volle Maan. We vieren de terugkeer van het licht en de geboorte van het Christuskind dit jaar, als de Maan in al haar glorie schijnt. Ze staat twee nachten lang precies tegenover de Zon in het waterteken Kreeft. Joan Hodgson schrijft: ‘Kreeft is het teken van het huisgezin, waardoor Kerstmis bij uitstek het feest van de familie is, wanneer we er genoegen in scheppen oude banden weer aan te halen. Elk gezin heeft ook zijn eigen vaste rituelen rond het versieren van de kerstboom en het geven van kerstgeschenken, waar de kinderen elk jaar weer naar uitzien.’
Lang voor de christelijke jaartelling werd bij vele volkeren de terugkeer van de Zon al gevierd. In die zin brengt het kerstverhaal een eeuwenoude symboliek tot leven. Er wordt daarin gesproken over de maagdelijke conceptie. Grace Cooke geeft hier de twee aspecten weer. Over het eerste aspect zegt ze : ‘Vanuit het scheppingsverhaal is de bevruchting van de vormloze ofwel maagdelijke materie door de Zon, die al het leven schenkt, de maagdelijke conceptie.‘ In het woord materie zit het woord mater: moeder, zoals we ook vaak spreken over moeder aarde. Vandaar dat deze symbolische omschrijving gebruikt wordt. En als er over de maagdelijke geboorte van Jezus gesproken wordt, is dit eveneens symbolisch bedoeld.
Grace Cooke vervolgt dan met het tweede aspect: ‘Maar ook het ontwaken en het zich ontvouwen van de Christusgeest in alle mensen is de maagdelijke conceptie.‘ En dat is wat wij allen zo sterk ervaren in de kersttijd, als de engelen ons bij de terugkeer van de Zon de boodschap brengen van de geboorte van het Christuskind en we dit werkelijk zo in ons hart beleven. We voelen ons meer dan anders verbonden met de lichtsferen rond de aarde en in die intieme geborgenheid ervaren we een diepe vrede in onszelf en met alle mensen om ons heen. Traditioneel waren de 12 dagen na de Kerst ook gewijde dagen, waarin niet gewerkt werd, maar men zich afstemde op dat innerlijk zo helder schijnende Christuslicht.
In de megalithische tijd (rond 2500 voor Chr.) werd er in het midden koninkrijk van Ierland [Meath] een aarden heuvel opgeworpen. Het is een heiligdom, gewijd aan de aardemoeder, in de vorm van een holle ruimte, die door een nauwe gang van opstaande stenen te bereiken is. De toegang tot dit heiligdom is zodanig op de zon gericht dat op de midwinterdagen de lichtstralen van de opgaande zon juist door die nauwe gang schijnen tot in het binnenste van dit heiligdom, tot in de schoot van de aardemoeder. Op die manier konden de priesters de maagdelijke conceptie van de aardemoeder voor hun volk invoelbaar maken en er hun zonnerituelen uitvoeren. In de christelijke tijd werd Maria ook symbolisch in verband gebracht met de maagdelijke conceptie en de geboorte van het Christuskind in een grot.
Wim Weehuizen, december 2015